Industriesneeuw
Tijdens rustige, windstille dagen in de winter ontstaat vaak mist. Deze mist blijft lang hangen onder een inversie. Een inversie bestaat uit een warme luchtlaag, bovenop een koude luchtlaag welke vlak boven het aardoppervlak ligt. Normaal gezien neemt de temperatuur juist met de hoogte af. Bij een inversie is dat omgekeerd.

Met een inversie kunnen de verschillen op weergebied bijzonder groot zijn. In het laagland blijft het koud (soms blijft het de hele dag vriezen), terwijl de Limburgse heuvels en de Ardennen net boven de nevel en mist uitsteken en baden in de zon bij temperaturen die wel op kunnen lopen tot 10-15 graden. Een dergelijke situatie is overigens erg ongezond. Ook uitlaatgassen en uitstoot van fabrieken kunnen geen kant op en zo wordt smog gevormd.

In heel bijzondere gevallen kan de mist in de buurt van industriegebieden tijdens lichte vorst uitsneeuwen. De mistdruppeltjes zetten zich af op de condensatiekernen van fabrieken, het geheel bevriest en komt als sneeuwvlokken naar beneden. In enkele gevallen komt er 1 tot 3 cm sneeuw naar beneden. Overigens onderscheidt industriesneeuw zich van echte sneeuw; een kristalstructuur in de vlokken is (zoals bij 'echte' sneeuw) niet te vinden.

Vooral in de omgeving van Terneuzen wil de industrie weleens kunstmatig voor sneeuwvlokken zorgen. Zo zorgde de uitstoot van de DOW in 1994 voor een heel lokale Witte Kerst in Terneuzen.