Nader verklaard: Onweer, Bliksem, Donder
Onweer komt in Nederland op ruim 30 dagen per jaar op een bepaalde plaats voor. Onweer kan het hele jaar door voorkomen, maar er is toch een zekere top in aktiviteit in de zomermaanden.
Onweer komt altijd in buien voor en karakteristiek zijn de elektrische (bliksem) en akoustische (donder) verschijnselen bij zo'n bui.

In een grote bui worden neerslagelementen (regendruppeltjes) door de (stijg)stromingen in de wolk flink overhoop gegooid. Wanneer deze druppeltjes hoger komen, komen ze in koudere lucht terecht totdat ze uiteindelijk bevriezen. De zwaardere ijskorreltjes vallen naar beneden, terwijl de lichtere de stroming gevangen. Aangezien al deze neerslagelementen elektrisch geladen onstaan er in de buienwolk ladingsverschillen. Dit verschil kan zo groot worden dat er een vonkoverslag plaatsvindt door de tussenliggende en/of omringende lucht naar het andere geladen gebied. Deze overslag wordt bliksem genoemd.

Een ontlading kan plaatsvinden tussen de wolken onderling, maar ook tussen de wolken en de aarde. De baan van de bliksem is hooguit maar enkele centimeters breed, de lucht daarin zet door de enorme hitte met grote kracht uit, dit horen wij als de donder.
De temperatuur in een bliksemkanaal loopt op naar 30.000 graden.

Wanneer er een ontlading is tussen wolk en aarde, dan spreken we over een blikseminslag. Zo'n inslag kan veel schade veroorzaken. Doordat het geluid langzamer is dan het licht (geluid legt in 1 seconde 300 meter af), horen wij de donder wat later nadat we het hebben zien lichten. Horen we de donder drie tellen nadat we de bliksem hebben gezien, dan weten we dat het onweer op 1 kilometer afstand zit. We moeten dus voor iedere 3 tellen 1 kilometer nemen. 30 tellen is dus ongeveer 10 kilometer afstand. Het onweer is zeer gevaarlijk wanneer de donder binnen 10 tellen op de bliksem volgt.

Onweer...wanneer?
Onweer kan dus het hele jaar voorkomen, maar de pittigste exemplaren ontstaan op warme zomerdagen. Tijdens een periode van warm zomerweer boven het Europese vasteland ontstaat boven het Iberisch schiereiland een vlak thermisch lagedrukgebied. Dit lagedrukgebied beweegt zich vervolgens noordnoordoostwaarts. Rond het lagedrukgebied ontwikkelen zich onweerscomplexen die, wanneer ze bij ons arriveren, vaak een einde brengen aan het warme zomerse weer, want in het kielzog van de depressie wordt koelere oceaanlucht meegevoerd.


Bent u hier terechtgekomen zonder frames? Klik dan hier om naar de frames-versie te gaan!