Nader verklaard: Onweer, Bliksem, Donder Onweer komt in Nederland op ruim 30 dagen per jaar op een bepaalde plaats voor. Onweer kan het hele jaar door voorkomen, maar er is toch een zekere top in aktiviteit in de zomermaanden. Onweer komt altijd in buien voor en karakteristiek zijn de elektrische (bliksem) en akoustische (donder) verschijnselen bij zo'n bui. In een grote bui worden neerslagelementen (regendruppeltjes) door de (stijg)stromingen in de wolk flink overhoop gegooid. Wanneer deze druppeltjes hoger komen, komen ze in koudere lucht terecht totdat ze uiteindelijk bevriezen. De zwaardere ijskorreltjes vallen naar beneden, terwijl de lichtere de stroming gevangen. Aangezien al deze neerslagelementen elektrisch geladen onstaan er in de buienwolk ladingsverschillen. Dit verschil kan zo groot worden dat er een vonkoverslag plaatsvindt door de tussenliggende en/of omringende lucht naar het andere geladen gebied. Deze overslag wordt bliksem genoemd. Een ontlading kan plaatsvinden tussen de wolken onderling, maar ook tussen de wolken en de aarde. De baan van de bliksem is hooguit maar enkele centimeters breed, de lucht daarin zet door de enorme hitte met grote kracht uit, dit horen wij als de donder.
|