Weerstations
Overal ter wereld worden metingen gedaan op weerstations. Waarnemingen zijn van groot belang, ze vormen de basis van de weersverwachting.
Er worden op een weerstation metingen gedaan voor:

de temperatuur
de luchtdruk
de windrichting
de windsnelheid
de neerslaghoeveelheid (soort neerslag)
de bewolking
de vochtigheid van de lucht
de zonneschijnduur
de waarnemingen vormen de basis van:
het weer in code (SYNOPS)



Temperatuurmeting
De temperatuur wordt op alle weerstations ter wereld gemeten op een standaardhoogte van 1,5 meter. Dit wordt gedaan met behulp van thermometers. Deze staan opgesteld in een thermometerhut. Tegenwoordig worden veel metingen elektronisch gedaan met behulp van sensoren. Deze voelers zijn in sensorhutjes geplaatst (zie foto hiernaast).
De thermometerhut/sensorhut staat opgesteld in een open en (liefst!) kortgemaaid grasveld, zonder dat er hinder is van obstakels uit de direkte omgeving. Denk daarbij bijvoorbeeld aan bebossing en bebouwing.
Naast metingen voor de luchttemperatuur worden er ook metingen gedaan voor de luchtvochtigheid. Het witte hutje beschermt de voelers tegen zonnestraling en neerslag, de wind kan vrij door het kastje stromen. Ook op 10 centimeter hoogte (klomphoogte) wordt de temperatuur gemeten. Vooral tijdens heldere rustige nachten kan het temperatuursverloop aan de grond heel anders zijn dan die van 1,5 meter hoogte (neushoogte).
De temperatuur wordt gemeten in Celsius of Fahrenheit.

Windmeting
De wind wordt op alle officiële weerstations gemeten op een hoogte van 10 meter. De snelheidsmetingen worden gedaan met een anemometer (zie afbeelding links), de windrichting wordt geregistreerd met een windvaan.
Komt de wind bijvoorbeeld uit het noorden, dan spreken we van een noordenwind, komt deze uit het zuiden en waait deze dus in noordelijke richting, dan spreken we van een zuidenwind.

Luchtdruk
Zoals een weegschaal het gewicht van een persoon of voorwerp weegt, zo meet de barometer het gewicht dat een kolom lucht op het instrument uitoefent. Deze druk wordt dan herleid naar de luchtdruk op zeeniveau. Gemiddeld heerst er een luchtdruk van 1013 hPa, extremen gaan van lager dan 940 hPa tot meer dan 1070 hPa.

Neerslagmeting
De neerslag wordt gemeten met een Hellmann-regenmeter. Dit instrument is ongeveer 30 centimeter hoog en bestaat uit twee delen; de opvangtrechter en het reservoir. Het gaatje in de opvangtrechter is slechts een paar mm groot, dit voorkomt verdamping van de neerslag in het reservoir.
De bovenrand van het instrument mag maximaal 40 cm boven de grond uitsteken. De regenmeter moet zo laag worden opgesteld om te voorkomen dat neerslag bij harde wind over de regenmeter waait. Net als de thermometerhut/sensorhut moet de regenmeter zo min mogelijk hinder ondervinden van bebossing en bebouwing, dit om te voorkomen dat de regenmeter in een 'neerslagschaduw' staat bij bepaalde windrichtingen.
Een goede regel is om de regenmeter te plaatsen op een afstand van 1,5-2 keer de hoogte van het obstakel waar het bij in de buurt staat.
Tegenwoordig zijn ook veel elektronische regenmeters te verkrijgen (de 'tipping-buckets'). Hier kunnen goede resultaten mee verkregen worden, al leert de ervaring dat dergelijke regenmeters vaak minder neerslag aangeven dan er werkelijk gevallen is. De regenmeter reageren vaak pas bij 0,2 tot 0,4 mm en bij grote neerslagintensiteiten kunnen er nogal eens wat mm'tjes zoek raken....

Waarnemen van wolken
Naast de instrumentale waarnemingen worden op bemande weerstations ook metingen gedaan naar het wolkendek. Zo wordt de hoogte, de soort en de hoeveelheid van de bewolking geregistreerd.

Zonneschijnduur
Ook de zonneschijnduur wordt op een weerstation bijgehouden. Dit wordt gedaan met de Campbell-Stokes zonneschijnmeter, deze is wel de bekendste. Het principe is in feite niet anders dan dat van licht dat door een vergrootglas valt en een gaatje brandt op een stukje papier. Wanneer dat stukje papier continu wordt voortbewogen (bijvoorbeeld met een papierrolletje) brandt het zonlicht een mooi streepje op het papier. Zo kan men zien hoe lang de zon geschenen heeft.

Het weer in code
Alle bovenstaande waarnemingen moeten voor iedereen makkelijk en snel te lezen zijn. Daarom wordt alles in een uniforme code gezet, zo kan een meteoroloog in Japan in één opslag zien wat voor weer het bijvoorbeeld bij een Mexicaans weerstation is, zonder dat hij daarvoor de Spaanse taal hoeft te beheersen. Het voordeel van dergelijke codes is dat ze ook makkelijk door de computer omgezet kunnen worden.

De gecodeerde waarneming wordt de SYNOP code genoemd. Hieronder staat een voorbeeld van een SYNOP code (aktuele codes zijn hier te bekijken)

SNNL06 KAWN 271900
AAXX 27191
06260 41462 72505 10041 20029 49973 52011 72582 87800 333
82817 87645 555 53000


SNNL06 KAWN 271900
een Nederlands station, op de 27e van de maand om 19 uur
AAXX 27191
de datum en het uur (de 27e, om 19 uur)
06260
Nederland (06), station De Bilt (260)
41462
(4) geen neerslagmeting beschikbaar, (1) bemand weerstation, (4) wolkenbasis heeft een hoogte van 1000-2000 voet, (62) zicht meer dan 10 km

72505
(7) bedekkingsgraad van wolken in achtsten, (25) windrichting WZW, 250 graden, (05) windsnelheid in m/s
10041 20029
Luchttemperatuur +4,1 graden, dauwpunt +2,9 graden
49973
Luchtdruk 997,3 hPa
52011
regelmatig stijgende luchtdruk (2) met 1,1 hPa over de afgelopen 3 uur.
72582
(25) regenbui in het afgelopen uur, (82) verleden weerbeeld: buien
87800
(7) 7/8 bedekking door lage wolken, (8) cumulus en stratocumulus op aparte hoogten, (00) geen andere wolken aanwezig
333
aankondiging nieuwe sectie in dit gedeelte wordt de bewolking verder 'ontleed'.





Vragen over deze pagina? Stuur een mailtje!

Een weerstation in Chili

Mvl, 27-01-01, 23:14 uur